Een AOV van A tot Z: alles wat je moet weten.

Een AOV klinkt misschien ingewikkeld, maar het draait simpelweg om zekerheid: als jij tijdelijk of langdurig niet kunt werken, blijft je inkomen toch doorlopen. Maar: zo’n verzekering zit vol vaktermen en voorwaarden die niet altijd even duidelijk zijn.
Om het makkelijk te maken, hebben we alle belangrijke begrippen voor je op een rij gezet. Van ‘acceptatieproces’ tot ‘wachttijd’: we leggen het in gewone taal voor je uit. Zo weet jij precies waar je op moet letten als je een AOV afsluit of gebruikmaakt van je verzekering. Wel zo duidelijk.
A
Arbeidsongeschiktheidspercentage: Hoeveel procent je door ziekte of een ongeluk niet meer kunt werken. Dit percentage bepaalt of (en hoeveel) je krijgt uitgekeerd.
Acceptatiebeleid: De spelregels van de verzekeraar om te bepalen of je aanvraag wordt goedgekeurd. Zaken als je leeftijd, beroep en gezondheid spelen mee.
Acceptatieproces: Hoe je aanvraag beoordeeld wordt: van gezondheidsverklaring tot (soms) een medisch onderzoek. Hoe simpeler dit proces, hoe fijner natuurlijk.
Actuariële grondslagen: Statistieken en berekeningen die verzekeraars gebruiken om risico’s en premies te bepalen.
Aanvraagformulier: Het formulier waarmee je je AOV aanvraagt. Je vult hierin o.a. je persoonlijke gegevens en je gezondheid in.
Aanvullende verzekeringen: Extra’s die je kunt meeverzekeren, zoals overlijdensdekking of ongevallendekking.
Advieskosten: Kosten voor persoonlijk advies van een financieel adviseur. Bij Insify betaal je niets extra’s als je zelf online afsluit.
Afkoopwaarde: Een bedrag dat je krijgt als je je verzekering vroegtijdig stopt. Komt bijna nooit voor bij een AOV voor zzp'ers.
Arbeidsduur: Het aantal uren dat je normaal werkt. Dat speelt een rol bij het beoordelen van je arbeidsongeschiktheid.
Arbeidsmarktpositie: Je kansen op de arbeidsmarkt. Kan soms meewegen bij de beoordeling van wat ‘passend werk’ is.
Arbeidsongeschiktheidscriteria: De voorwaarden die bepalen of je als arbeidsongeschikt geldt.
Automatische incasso: Je premie wordt automatisch van je rekening afgeschreven. Lekker makkelijk.
B
Begunstigde: Degene die geld krijgt als jij overlijdt (alleen als je AOV gecombineerd is met een overlijdensrisicoverzekering).
Beoordeling arbeidsongeschiktheid: Hoe de verzekeraar vaststelt of (en hoeveel) je arbeidsongeschikt bent. Dit gebeurt vaak via medische gegevens en gesprekken.
Beoordelingsarts: Een arts die jouw situatie beoordeelt voor de verzekeraar.
Berekening van de uitkering: Hoe je uitkering precies wordt berekend. Dit hangt af van je verzekerde bedrag en het arbeidsongeschiktheidspercentage.
Beroepsgroep: De categorie waarin je beroep valt. Dit beïnvloedt je premie.
Beroepsinhoud: De inhoud van je werk: welke taken horen erbij? Belangrijk bij het bepalen of je arbeidsongeschikt bent.
Beschikbaarheidsclausule: Een bepaling die zegt dat je beschikbaar moet zijn voor passend werk om je uitkering te houden.
Betalingsfrequentie: Hoe vaak je je premie betaalt: per maand, kwartaal of jaar.
Bewijslast: Jij moet laten zien dat je arbeidsongeschikt bent en recht hebt op een uitkering.
Bonus-malusregeling: Een systeem waarbij je premie kan stijgen of dalen als je veel of weinig claimt. Komt zelden voor bij AOV’s voor zelfstandigen.
Bruto jaarinkomen: Je jaarinkomen vóór belasting. Dit is de basis voor het verzekerde bedrag.
Burn-outpreventie: Sommige verzekeraars vergoeden programma’s of hulp om burn-out te voorkomen.
C
Claim indienen: Het aanvragen van een uitkering als je arbeidsongeschikt raakt.
Clausule: Een bepaling in je polis die voorwaarden of uitzonderingen beschrijft.
Clausule passende arbeid: Soms moet je ander passend werk accepteren als je dat nog kunt. Weiger je dat, dan kan je uitkering worden stopgezet of verlaagd.
Collectieve AOV: Een AOV die je afsluit via een branchevereniging of beroepsgroep. Niet iets wat Insify aanbiedt.
Continuïteitsregeling: Een regeling die zorgt dat je AOV blijft lopen als je van baan verandert. Relevanter voor werknemers dan voor zzp’ers. Coulance: Een extra tegemoetkoming van de verzekeraar, ook als iets formeel niet onder de dekking valt.
Coverageruimte: Wat je verzekering precies wel en niet dekt. Let op bij bijvoorbeeld burn-out of zwangerschap: niet elke verzekeraar vergoedt dit standaard.
D
Dekking: De bescherming die je verzekering biedt als je arbeidsongeschikt raakt.
Derde deskundige: Een onafhankelijke expert die wordt ingeschakeld bij een meningsverschil over de beoordeling.
Dispensatie van premiebetaling: Je hoeft tijdens arbeidsongeschiktheid geen premie te betalen, maar je blijft wel verzekerd.
Dividenduitkering: Een winstuitkering aan polishouders. Komt bijna nooit voor bij AOV’s voor zelfstandigen.
Doorlopende machtiging: Toestemming om je premie automatisch te laten afschrijven.
Drempelpercentage arbeidsongeschiktheid: Het minimumpercentage arbeidsongeschiktheid dat je moet halen voor een uitkering. Bij Insify is dat bijvoorbeeld 25%.
E
Eigen beroep: Het beroep dat je uitoefende vóór je arbeidsongeschikt werd.
Eigen risico (financieel): Een bedrag dat je zelf betaalt voordat je iets krijgt uitgekeerd. Komt vrijwel nooit voor bij AOV’s.
Eindleeftijd: De leeftijd waarop je verzekering automatisch stopt (vaak je AOW-leeftijd).
En bloc-clausule: Een bepaling die de verzekeraar het recht geeft om voorwaarden en premies voor een hele groep verzekerden tegelijk te wijzigen.
Ergonomie-advies: Sommige verzekeraars bieden vergoedingen of advies om je werkplek gezond(er) in te richten.
F
Financiële kracht en reputatie van de verzekeraar: Belangrijk om te weten of je verzekeraar financieel gezond is en betrouwbaar uitkeert.
Fiscale aspecten: Je premie is meestal aftrekbaar; je uitkering moet je aangeven bij je inkomstenbelasting.
Forfaitaire uitkering: Een vast bedrag dat niet afhangt van je daadwerkelijke inkomensverlies. Komt weinig voor bij AOV’s.
Fraude: Opzettelijk verkeerde info geven om onterecht een uitkering te krijgen. Niet slim.
G
Gangbare arbeid: Werk dat algemeen geaccepteerd is binnen jouw mogelijkheden.
Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid: Je kunt nog deels werken, maar niet alles. Hiervoor kun je een gedeeltelijke uitkering krijgen.
Geneeskundige behandeling: De zorg die je krijgt in verband met je arbeidsongeschiktheid.
Gevolgen drempelpercentage: Hoe het gekozen drempelpercentage invloed heeft op wanneer (en hoeveel) je uitkering start.
Gezondheidsverklaring: Een formulier waarin je medische vragen beantwoordt als je een AOV aanvraagt.
Groepsverzekering: Een verzekering voor meerdere personen, bijvoorbeeld binnen een bedrijf of vereniging.
Gunstige bepalingen: Regels die in jouw voordeel werken, zoals soepele dekking voor burn-out of zwangerschap.
H
Herstelplan: Een plan dat je samen met je verzekeraar maakt om zo snel en goed mogelijk weer aan het werk te kunnen.
Herziening polisvoorwaarden: Soms past een verzekeraar de voorwaarden aan tijdens de looptijd. Je krijgt daar dan bericht van.
Hobbyclausule: Een bepaling die aangeeft wat er gebeurt als je door een hobby arbeidsongeschikt raakt. Bij sommige verzekeraars valt dat buiten de dekking.
I
Inkomensdaling: Het verlies van inkomen door arbeidsongeschiktheid. Hiertegen beschermt een AOV je.
Indexatie van de uitkering: Je uitkering wordt jaarlijks aangepast aan inflatie of loonontwikkeling.
Indexatie van de verzekerde som: Je verzekerd bedrag stijgt jaarlijks mee om je koopkracht te behouden.
Informatieplicht: Je bent verplicht om je verzekeraar op de hoogte te houden van belangrijke veranderingen, zoals je werk of gezondheid.
Intakegesprek: Een eerste gesprek om je wensen en situatie in kaart te brengen. Bij Insify doe je dit makkelijk online.
J
Jaarlijkse opzegtermijn: Je kunt je AOV jaarlijks opzeggen op de contractvervaldatum. De opzegtermijn is meestal een maand.
Juridische bijstand: Sommige verzekeraars bieden hulp bij juridische conflicten rondom je arbeidsongeschiktheid.
K
Keuzevrijheid arts: Je mag zelf bepalen door welke arts je je laat behandelen.
Klantenservice en schadeafhandeling: Hoe goed een verzekeraar je helpt bij vragen of een claim. Bij Insify doen we er alles aan om dit soepel en snel te regelen.
Kosten re-integratie: Kosten die je verzekeraar betaalt om je terug naar werk te helpen, zoals coaching of omscholing.
L
Levenslange uitkering: Sommige polissen bieden uitkering tot aan je overlijden. Meestal loopt een AOV tot je pensioenleeftijd.
Loonindexatie: Je verzekerd bedrag stijgt mee met de algemene loonontwikkelingen.
Looptijd van de verzekering: De periode dat je verzekering geldig is. Vaak tot je AOW-leeftijd.
M
Maatman: Een denkbeeldige vergelijkbare persoon die wordt gebruikt om te beoordelen wat voor werk je nog zou kunnen doen.
Mededelingsplicht: Je moet alle relevante informatie eerlijk en volledig melden bij het afsluiten én tijdens de looptijd van je verzekering.
Medische beoordeling: Een beoordeling door een arts in opdracht van de verzekeraar om te bepalen of je arbeidsongeschikt bent.
Medische kosten: Kosten voor zorg. Deze vallen meestal onder je zorgverzekering, niet onder je AOV.
Mentale gezondheid: Psychische klachten zoals stress of depressie kunnen ook leiden tot arbeidsongeschiktheid. Sommige verzekeraars dekken dit, anderen niet.
N
Nettoloon: Je loon na aftrek van belastingen en premies. Niet hetzelfde als het bedrag dat je verzekerd hebt.
Niet-rokerskorting: Sommige verzekeraars geven korting als je niet rookt.
Normale arbeidsduur: Het aantal uren dat je vóór je arbeidsongeschiktheid werkte. Belangrijk bij het beoordelen van je situatie.
O
Objectieve medische gronden: De arbeidsongeschiktheid moet gebaseerd zijn op aantoonbare medische feiten.
Onafhankelijk financieel adviseur: Een adviseur die niet gebonden is aan één verzekeraar en je dus objectief kan adviseren.
Ongevallendekking: Een aanvullende dekking die uitkeert als je arbeidsongeschikt raakt door een ongeluk.
Opbouw rechten: Tijdens de wachttijd bouw je nog geen recht op een uitkering op.
Opzegtermijn: De periode die je in acht moet nemen als je je verzekering wilt stopzetten.
Overlijdensrisicoverzekering (ORV): Keert een bedrag uit als je overlijdt. Je kunt dit soms combineren met je AOV.
P
Partiële hervatting werk: Je begint weer gedeeltelijk met werken na een periode van arbeidsongeschiktheid.
Passende arbeid: Werk dat redelijk aansluit bij wat je eerder deed, gezien je opleiding en ervaring.
Pensioenopbouw: Als je arbeidsongeschikt raakt, kan dit gevolgen hebben voor je pensioen. Sommige AOV’s bieden een aanvullende dekking.
Percentage arbeidsongeschiktheid: Hoeveel procent van je werk je niet meer kunt doen. Dit bepaalt hoeveel je uitgekeerd krijgt.
Percentage functionele beperking: Een inschatting van hoeveel je beperkt bent in je werk. Dit vertaalt zich naar een arbeidsongeschiktheidspercentage.
Persoonlijk onderzoek: Een onderzoek naar je persoonlijke omstandigheden tijdens een claimtraject.
Polis uitsluitingen: Bepaalde situaties die niet onder je verzekering vallen, zoals al bestaande aandoeningen of risicovol gedrag.
Polisblad: Het document waarop je verzekerde bedrag, wachttijd, premie en voorwaarden staan.
Premie-aanpassingsfactoren: Dingen die je premie kunnen beïnvloeden, zoals je leeftijd of beroep.
Premiebetaling: De betaling van je premie. Meestal via automatische incasso.
Premiekorting: Korting op je premie, bijvoorbeeld bij een langere wachttijd.
Preventiebeleid: De maatregelen die een verzekeraar neemt om arbeidsongeschiktheid te helpen voorkomen.
Pro rata uitkering: Een uitkering die evenredig is aan het percentage dat je arbeidsongeschikt bent.
Psychische arbeidsongeschiktheid: Arbeidsongeschiktheid door mentale klachten zoals burn-out of angst.
R
Redelijke grond: Je moet een duidelijke, aantoonbare reden hebben voor je arbeidsongeschiktheid.
Re-integratie en ondersteuning: Hulp van de verzekeraar om weer aan het werk te gaan, zoals coaching of aanpassingen op je werkplek.
Re-integratiebudget: Een bedrag dat de verzekeraar beschikbaar stelt om je re-integratie te ondersteunen.
Re-integratieplicht: Je moet meewerken aan re-integratie als dat mogelijk is.
Restverdiencapaciteit: Wat je ondanks je beperking nog kunt verdienen.
Risicobeoordeling: Hoe de verzekeraar inschat wat het risico is dat je arbeidsongeschikt raakt.
Risicogroep: Een groep mensen met een vergelijkbaar risico, zoals beroepen met veel fysieke belasting.
Royementsclausule: Een bepaling waarin staat wanneer de verzekeraar je polis mag beëindigen.
S
Schadebehandelaar: De medewerker die je claim beoordeelt en verwerkt.
Second opinion: Een extra medisch oordeel als jij (of de verzekeraar) twijfelt over de eerste beoordeling.
Slapende polis: Een verzekering waarvoor geen premie meer wordt betaald en die dus geen dekking meer biedt.
Solidaire premie: Een vaste premie voor iedereen, ongeacht persoonlijk risico. Komt weinig voor bij AOV's voor zzp’ers.
Standaard polisvoorwaarden: De algemene voorwaarden die gelden voor de verzekering.
Subjectieve klachten: Klachten die je ervaart maar die moeilijk te meten zijn, zoals vermoeidheid of pijn.
Suppletie-uitkering: Een extra uitkering bovenop een andere, bijvoorbeeld van het UWV.
T
Takenpakket en arbeidsongeschiktheid: Je wordt beoordeeld op de taken die je normaal uitvoert. Als je een groot deel daarvan niet meer kunt doen, kun je recht hebben op een uitkering.
Tantième: Een winstuitkering aan een directeur-grootaandeelhouder. Kan meetellen bij je inkomen.
Termijn van uitkering: De periode waarin je recht hebt op een uitkering.
Tijdelijke arbeidsongeschiktheid: Je kunt tijdelijk niet werken, maar verwacht wordt dat je herstelt.
Toerekenbaarheid: De arbeidsongeschiktheid moet direct te koppelen zijn aan een medische oorzaak.
Transparantiebeginsel: Alles moet helder en begrijpelijk zijn. Geen kleine lettertjes, wel duidelijkheid.
U
Uitkeringsdrempel: Het minimum arbeidsongeschiktheidspercentage waarbij je uitkering start. Bij Insify is dat 25%.
Uitsluitingsclausule: Een bepaling die bepaalde situaties of aandoeningen uitsluit van dekking.
Uitvoeringsorgaan: De afdeling van de verzekeraar die de uitkeringen regelt.
Uitkering bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid: Je krijgt een deel van je verzekerde bedrag, afhankelijk van hoeveel je nog kunt werken.
Uitkeringsduur: Hoe lang je uitkering loopt: tot herstel of tot de eindleeftijd.
Uniforme polisvoorwaarden: Standaardvoorwaarden voor meerdere verzekeraars. Niet altijd van toepassing op zelfstandigen.
V
Verband causaliteit: Er moet een duidelijk verband zijn tussen je aandoening en je arbeidsongeschiktheid.
Verhaalsrecht: Het recht van de verzekeraar om schade te verhalen op iemand anders die aansprakelijk is.
Verjaringstermijn: De tijd waarbinnen je een claim moet indienen.
Verklaring omtrent de gezondheid: Een ander woord voor gezondheidsverklaring.
Verkorting wachttijd: In sommige gevallen kun je je wachttijd inkorten, bijvoorbeeld na schadevrije jaren.
Verschillen in drempelpercentages: Sommige verzekeraars keren pas uit bij 45% arbeidsongeschiktheid, anderen al vanaf 25%. Insify kiest voor die laatste.
Verzekeraar: De partij die je AOV aanbiedt en de uitkering verzorgt.
Verzekeringnemer: Degene die de AOV afsluit (jij dus) en de premie betaalt.
Verzekerde som: Het maximale maandbedrag dat je ontvangt als je volledig arbeidsongeschikt bent.
Vervaltermijn: Het moment waarop je verzekering stopt als je niets onderneemt.
Vrijwillige verhoging verzekerde som: Je kunt je verzekerde bedrag tijdens de looptijd verhogen (soms onder voorwaarden).
W
Wachttijd (eigen risico-periode): De periode tussen het moment dat je arbeidsongeschikt raakt en je eerste uitkering. Hoe korter deze periode, hoe eerder je geld krijgt (maar vaak betaal je dan iets meer premie).
Wachttijd-opties: Je kunt vaak kiezen uit verschillende wachttijden: 1 maand, 3 maanden, 6 maanden, enz. Wat bij je past hangt af van je financiële buffer.
Werkhervatting: Weer aan het werk gaan, volledig of gedeeltelijk.
Werkhervattingsbeoordeling: De verzekeraar kijkt of en welk werk je nog kunt doen. Dit kan invloed hebben op je uitkering.
Winstdeling: Een regeling waarbij je meedeelt in de winst van de verzekeraar. Komt zelden voor bij AOV's voor zzp’ers.
Z
Zorgplicht verzekeraar: Je verzekeraar moet jou duidelijk en zorgvuldig informeren over je verzekering.
Zelfstandige zonder personeel (zzp’er): Een belangrijke doelgroep voor de AOV.
Ziektebeeld: De combinatie van symptomen die hoort bij je aandoening.
Ziektekostenverzekering: Een aparte verzekering voor medische kosten. Staat los van je AOV.
Zorgtraject: Het behandeltraject dat je doorloopt tijdens je arbeidsongeschiktheid.